Groepenkasten

Brins Elektrotechniek heeft ruime ervaring met alle soorten groepenkasten en levert en repareert dan ook alle soorten en maten.

Bel of mail voor directe hulp of meer informatie

Een verdeelinrichtingverdeelkast of groepenkast is de plek van waaruit de elektrische energie beveiligd en verdeeld wordt over de elektrische installatie in een gebouw.

De voedingskabel van het energiebedrijf komt uit in een aansluitkast die in de meterkast is aangebracht. Hierin zitten een of meer hoofdveiligheden (hoofdzekeringen). Vervolgens gaat de voeding naar de kilowattuurmeter, die het energieverbruik meet. De aansluitkast en de kWh-meter zijn verzegeld en eigendom van de netbeheerder of het meetbedrijf. Van hieruit gaat het verder naar de groepenkast, eventueel via een hoofdschakelaar (per september 2005 verplicht in nieuwe installaties). Indien er toestellen zijn die krachtstroom (400 V) nodig hebben, moeten hiervoor aparte aansluitingen worden gemaakt.

Een huisinstallatie moet voorzien zijn van minimaal twee aardlekschakelaars van 30 mA. Er mogen doorgaans niet meer dan 4 groepen per aardlekschakelaar aangesloten worden. Het achterliggende doel hierbij is dat voorkomen moet worden dat door een aardfout een gebouw of groot deel daarvan geheel in het donker kan komen te staan.

De groepen zijn beveiligd met een smeltveiligheid of installatieautomaat met een maximale waarde van 16 A. Voorbij deze veiligheden zitten de tweepolige groepsschakelaars waarmee elke groep spanningsloos gemaakt kan worden. Daarboven zit de aardrail, deze is verbonden met de aardleiding en de aarddraden van de afgaande groepen. Toestellen met een groter vermogen dan 2 kW (zoals een elektrische oven, wasmachine, wasdroger of boiler) dienen elk op een aparte groep te worden aangesloten. Toestellen met een nog groter vermogen – zoals bepaalde fornuizen en (keramische) kookplaten – kunnen worden aangesloten als een kookgroep.

De richtlijnen voor de technische uitvoering van zo een verdeelinrichting zijn Europees bepaald. Ze worden steeds ingewikkelder, mede omdat een aantal “stroomverbruikers” (particulieren) uit milieu-overwegingen nu ook “stroomproducenten” worden als hun zonnepanelen en/of windmolens meer energie opwekken dan nodig voor eigen gebruik. De stroom moet dus in twee richtingen worden beveiligd.